16-17 nov: de grootste liggende Buddha en Bilu Gyun eiland

4:11 pm 2014 Myanmar, Op reis

Om half 9 ’s morgens vertrekken we naar Mudon : daar ligt tegen een bergflank een reuzegrote Buddha. 170m lang, 34m hoog (8 verdiepingen). Eén oog meet 7m! Deze Buddha mag zich de grootste liggende Buddha van de wereld noemen. Op de weg er naar toe staat een rij van een paar honderd beelden van monniken : 4m hoog en allemaal met een verschillend gelaat. De Buddha kan van binnen bezocht worden. Daar valt op dat dit nog gedeeltelijk een werf is. Deels wordt de buitenkant gerenoveerd, deels moet de binnenkant nog verder afgewerkt worden. En aan de overkant zien we de werf van nóg een nieuwe Buddha : dit moet nogal wat geld opslorpen. Maar ja, de opdrachtgevers denken zich zo een ticket naar het Nirwana te verzekeren… 😉 Binnenin worden met levensgrote beelden fragmenten uit het leven van Buddha uitgebeeld. Via een deurtje in de hals van het beeld kan je naar een uitzichtspunt naast zijn gigantisch oor gaan : grappig! Op de terugweg naar Mawlamyine stoppen we bij een boedistisch bezinningsoord. De monniken en gasten slapen er in eenvoudige teakhouten cabines verspreid in het bos : wat een contrast met de bombast van de liggende Buddha! Net voor de stad steken we de spoorlijn over die naar de “Brug over de rivier Kwaï” verder in het zuiden leidt en komen we in een pottenbakkersdorp terecht. Het is een pittoresk dorpje, maar er is niet veel activiteit, omdat de meeste bewoners naar een huwelijksfeest zouden zijn. We nemen een lekkere lunch in een eenvoudig eethuisje, Bone Gyi restaurant, langs het water en besluiten de rest van de dag de hitte te ontvluchten in de airco van ons hotel. Maandagmorgen nemen we om half 9 de boot naar Bilu Gyun eiland. Dit grote eiland wordt omgeven door twee armen van Thanlwin rivier en de golf van Andaman. Wij zijn de enige buitenlanders op de boot. Het is echte couleur locale : verkoopsters met grote ronde schalen eetwaren lopen op en af de boot en een heerschap begint een ellenlange speech af te steken. Het blijkt een kwakzalver te zijn die zijn wonderdrankjes komt aanprijzen, overigens met groot succes. Na een uurtje komen we in het haventje aan en stappen over in een camion-tuktuk. We rijden door het mooie groene landschap en pitoreske dorpjes. We stoppen regelmatig aan een huisje, dat dan een familiewerkplaats blijkt te zijn. De eilandbewoners zijn nl nijvere mensen : we zien het fabriceren van de typische bamboehoeden die de Mon (die deze streek bevolken) dragen, houten pijpen, balpennen, ingenieuze wandelstokken in bamboe, kleurrijke elastiekjes (jawel!) uit natuurlijk rubber en het verwerken van de rijst. Tegen de middag gaan we lunchen bij de moeder van onze chauffeur, die van het eiland afkomstig is. Tijdens de lunch vertelt onze chauffeur wat over zijn leven, ondermeer dat hij en zijn broers rond hun 20ste 9 dagen in een naburig klooster hebben doorgebracht als monnik. Na het lekkere eten doen we een siesta op het schaduwrijke balkon van het huisje, zodat we wanneer de zon wat minder fel is terug naar de boot kunnen rijden. Vanuit het hotel zien we nog net de zon ondergaan : het was weer een mooie dag!

Comments are closed.