20-11-2012
Wim
2012 Madagascar, Op reis
Geen reactie
Normaal moesten we na onze lus vanuit Morondava direct huiswaarts keren, maar vermits Air France ons een tweetal maanden geleden liet weten onze terugvlucht te hebben verlaat, kunnen we nog een stukje aan onze reis breien. We kozen voor de Mananara Lodge bij Anjozorobe, een 80km ten noorden van Antananarivo.
Eerst moeten we het vliegtuig naar Tana nemen, maar daarvan horen we bij Chez Maggie (bevestigd via email) dat deze van de ochtend naar de vroege avond werd verschoven. We doen dus een extra wandeling in Morondava voor we vertrekken. Gelukkig kunnen we onze kamer iets langer dan het normale uitcheckuur houden. We kunnen onze chauffeur wel waarschuwen.
Als we ’s avonds uiteindelijk in de lucht hangen, wordt het een turbulente vlucht. Zo turbulent zelfs dat de zwaarste luchtzak een Malagasy jongedame aan de andere kant van het gangpad doet flauwvallen. Zij vloog blijkbaar nog nooit en zat al de hele tijd angstig te prevelen. Er zit een dokter op de vlucht en die houdt haar tot in Tana in het oog. Wakker krijgen ze haar echter niet, dus moeten we na de landing wachten tot ze kan worden ontzet… Dat alles zorgt ervoor dat de rit naar de Mananara Lodge volledig in het donker moet gebeuren. Gelukkig ziet Razaka a.k.a. Jacques (onze nieuwe chaffeur) dat zitten. Vooral het laatste stuk over 10km piste is het goed uitkijken. Maar 3 paar ogen zien alle putten. Ondanks ons late aankomen (22u15) worden we hartelijk ontvangen en krijgen we nog een lekker diner voorgeschoteld.
De volgende dag gaan we op zoek naar lemuren in het aangrenzende woud. Het wordt een prachtige wandeling en we zien een groep van 4 Indri’s van erg nabij (op ooghoogte): schitterend!! Als we tegen de middag terug aan de lodge komen druppelt het wat, en dus doen we ’s namiddags niet te veel. ’s Avonds wagen we wel nog een korte nachtwandeling, maar meer dan één familie muislemuren die vanuit hun nest in het dak van één van de bungalows snel snel de struiken induiken, en twee kameleons zien we niet.
Mananara Lodge
Indri Indri
Mananara Lodge
Orchidee
Kameleon bij Mananara Lodge
We besluiten de volgende dag niet direct terug te vertrekken, en verkennen ’s morgens de omgeving van de lodge.
Madagaskarwever bij Mananara Lodge
Dan is het pakken en lunchen geblazen en rijden we terug naar Tana: toch heel anders zo overdag. Er blijkt veel meer volk langs de weg te wonen dan we ’s nachts hadden vermoed, en de rijstvelden liggen er mooi groen bij. Onderweg bezoeken we Ambohimanga, de oude hoofstad van Adrianampoinamerina, de eerste koning van een verenigd Madagaskar: best interessant. Jacques stelt daarna voor nog even Tana in te rijden, en we geraken doorheen de files (drukke stad!!!) net bij zonsondergang op de Rova (de centrale heuvel met de paleizen van de latere koninginnen). Zo krijgen we toch een indruk van de stad: voldoende om te beseffen dat twee nachten Mananara Lodge de juiste keuze was!
Zendstation Radio Nederland
Ambohimanga
Antananarivo
Antananarivo
En nu is het wachten op onze vlucht huiswaarts… Vannacht om 1u40 zal die vertrekken…
20-11-2012
Anne
2012 Madagascar, Op reis
Geen reactie
Na weer een nachtje in Mora Mora Morondava (alles gaat hier héééééél traag) vertrekken we met Christian richting Belo-sur-Mer. Dit dorpje langs een lagune ten zuiden van Morondava kan alleen bereikt worden via een 4×4 piste die in het regenseisoen dicht gaat. De enige andere mogelijheid is over zee.
Onderweg moeten we een rivier en verschillende kleinere waterlopen oversteken. Op het einde ook nog eens een zoutvlakte, die enkel bij laagtij kan overgestoken worden. En dan nog is het een spannende onderneming, want de ondergrond is spekglad en als de wagen wegglijd kom je makkelijk vast te zitten. De enige mogelijkheid is dan het naburige dorp op te trommelen, maar die vragen een woekerprijs om de wagen los te trekken. Gelukkig ken onze Christian de route en komen we rond 13u aan in de Ecolodge du Menabe: ons paradijsje aan het strand. Onderweg bezoeken we ook nog de beroemde flessenbaobabs.
Op weg naar Belo-sur-Mer
Op weg naar Belo-sur-Mer
Op weg naar Belo-sur-Mer
We betrekken een ruime bungalow op het strand, met als uitzicht de zee en de traditionele vissersboten die bij het opkomende tij weer de lagune invaren. De eigenaar van de lodge, de Fransman Patrice, zet ons een zalig verse lunch voor : krab op zijn Malagash met achteraf een lekkere fruitsla. Dit alles met de voetjes in het zand en een zalige zeebries (komt van pas na de hitte de vorige dagen).
Ecolodge du Ménabe
Belo-sur-Mer
Ecolodge du Ménabe
Tegen een uur of 3 komen er nog gasten toe in de lodge. Het blijkt een Nederlands koppel te zijn, die alle waarschuwingen in de wind geslagen hebben en toch op eigen houtje per 4×4 door Madagascar willen trekken. Vermits ze nog nooit off road gereden hebben, hebben ze serieus gezweet op de tocht en zijn bovendien op de zoutvlakte vast te komen zitten. Na rijp beraad besluiten ze om niet verder te rijden en gewoon achter ons aan over twee dagen terug richting Morondava te rijden.
‘S avonds weer superverse vis aan het water : dit kunnen we wel gewoon worden…
De volgende morgen doen we samen met de Nederlanders een tochtje per traditionele prauw door de mangroven. Een heel aangenaam tochtje door de ongerepte mangroven. We doen zelfs een wandeling door de modderige ondergrond op het moment dat het water weer zakt.
Mangroven nabij Belo-sur-Mer
Zandbank voor de kust van Belo-sur-Mer
Belo-sur-Mer
In de namiddag maken we dan een wandeling over het strand langs het dorpje en tot aan de werven waar de traditionele boten gemaakt worden. De grote driemasters worden blijkbaar naar authentiek Bretoens model gemaakt, iets wat lang geleden door een Bretoen aan de vissers werd aangeleerd.
Belo-sur-Mer
Belo-sur-Mer
Belo-sur-Mer
Belo-sur-Mer
Belo-sur-Mer
Belo-sur-Mer
Na twee zalige dagen in Belo vatten we de tocht naar Morondava terug aan. De Nederlanders rijden deze keer achter ons aan en komen zo ook zonder vastzitten in Morondava aan. Daar nemen wij onze intrek in hotel Chez Maggie aan de kant van het strand in de hoop hier wat van de extra zeebries te kunnen genieten (ons vorig hotel Trecicogne was vrij duf).
Morondava
Morondava
17-11-2012
Anne
2012 Madagascar, Op reis
Geen reactie
Vanuit Bekopaka rijden we in het gezelschap van de Fransman Bernard en zijn gids terug richting Belo. De twee hebben nl. autopech gekregen en in Bekopaka zijn er echt geen wisselstukken te vinden. Die moeten ingevlogen worden van uit de hoofdstad Tana, wat toch wel een week kan duren.
Bac
Na alweer een zeer lekkere lunch bij de Mad Zebu, nemen we weer de bac en rijden door tot aan Camp Amoureux : een ecolodge initiatief in het midden van het droge woud vlakbij het Kirindy Forest park. We slapen er in een grote tent met een rieten afdak en een eigen badkamer in open lucht : dit alles midden in de natuur : zalig!
Camp Amoureux
Camp Amoureux
Camp Amoureux
We zijn alweer de enige gasten en genieten van de rust (maar niet van de muggen 😉
We gaan tegen de avond met een lokale gids op stap op zoek naar nachtlemuren. Ongelooflijk hoe die man in het pikdonker deze diertjes weet te vinden. We zien wel 4 verschillende soorten (misschien 5, maar daar zijn we niet zeker van) : grey mouse lemur, western fat tailed dwarf lemur, pale fork marked lemur en de red tailed sportive lemur. Een heel vruchtbare wandeling onder de sterretjes dus!
Red Tailed Sportive Lemur
Camp Amoureux
De volgende morgen rijden we 15km terug naar het eigenlijke park. Hier zien we onderandere Verreaux Sifaka’s en red fronted brown lemurs. Vlakbij het restaurant van het kamp zien we ook een fossa; deze houdt zich hier op omdat hij natuurlijk weet dat hier lekkere hapjes te versieren zijn… De fossa lijkt de grootste roofkat van Madagaskar, maar is eigenlijk een mangoest.
Verreaux Sifaka, Kirindi
Verreaux Sifaka, Kirindi
Verreaux Sifaka, Kirindi
Kirindi
Fossa / Fretkat, Kirindi
Coua, Kirindi
Na de lunch gaan we op weg naar de Allée des Baobabs: de place to be voor de Japanners die speciaal naar Madagascar komen om de Allée bij zonsondergang te fotograferen. Na ongeveer alle mogelijke hoeken van de Allée gefotografeerd te hebben hielden wij het ruim voor zonsondergang voor bekeken en rijden terug naar Morondava.
Graf op weg naar de Allée des Baobabs
Allée des Baobabs
Allée des Baobabs
Allée des Baobabs
17-11-2012
Anne
2012 Madagascar, Op reis
Geen reactie
’s Morgens vroeg nemen we afscheid van onze chauffeur Patrick om dan het vliegtuig te nemen naar Morondava. Dit stadje ligt ook aan de westkust maar een stuk meer naar het noorden.
Afscheid op de luchthaven van Toliara
Van hieruit vertrekken we voor het tweede deel van onze reis met onze nieuwe chauffeur Christian. De tocht gaat over een echte zanderige piste tot aan Belo-sur-Tsiribihina, een stofferig dorpje aan de rivier Tsiribihina. Om in het dorpje te geraken moeten we eerst de Bac nemen : een soort primitieve overzetboot waarop drie 4×4’s passen. Na ongeveer drie kwartier komen we op de andere oever aan.
Voor de lunch wacht ons een grote verrassing : midden in de brousse is hier nl. een restaurantje met de meest verfijnde keuken van Madagaskar : de Mad Zebu. De kok heeft in Frankrijk stage gelopen en dat is er aan te merken. Heerlijke en superverzorgde gerechtjes à la carpacio van rivierkreeftjes met zelfs een amuse-bouche vooraf. Een menu voor omgerekend ongeveer 7 eur/pp!
Restaurant Mad Zebu
Restaurant Mad Zebu
Restaurant Mad Zebu
Na een zeer hobbelige piste komen we tegen de avond aan in Bekopaka, waar we onze intrek nemen in hotel l’Orchidee de Bemaraha. We zijn de enige gasten, want het seizoen loopt hier op zijn einde. Als de regens komen, kan je hier nl. alleen nog per zebukar geraken.
Rit naar Bekopaka
Rit naar Bekopaka
Bac naar Bekopaka
De volgende morgen bezoeken we de kleine Tsingy en doen we een boottochtje op de rivier Manambolo. Dit is alvast een voorproefje voor de grote Tsingy de volgende dag.
Manambolo rivier
Kleine Tsingy
De grote Tsingy zijn echt spectaculair! In het woud van het grote natuurpark eromheen zien we ook een groep Decken’s sifaka’s en in de canyon een Western Red Forest rat.
De eigenlijke Tsingy vergen een serieuse beklimming van 70m over steile rotsen. Gelukkig is er voor iedereen een klimgordel voorzien, zodat je deze steile klim in alle veiligheid kan maken. De moeite wordt echt wel beloond : het uitzicht boven op deze rotspunten is fantastisch : dit werd niet voor niets door de Unesco als werelderfgoed bestempeld.
Decken’s Sifaka
Decken’s Sifaka
Tsingy de Bemaraha
Tsingy de Bemaraha
Tsingy de Bemaraha
Tsingy de Bemaraha
Tsingy de Bemaraha
Tsingy de Bemaraha
Tsingy de Bemaraha: Red Fronted Brown Lemur
‘S avonds genieten we van een lekker maal bij de buren van l’Olympe, want het restaurant van ons hotel is al gesloten voor dit seizoen.
09-11-2012
Wim
2012 Madagascar, Op reis
Geen reactie
De rit richting westkust belooft doorheen een desolaat stukje Madagascar te zullen gaan: rechte weg door savanne. Hier en daar merken we dorpjes langs de baan op. Patrick vertelt ons dat deze maar erg recent als paddestoelen uit de grond rezen, tengevolge van de ontdekking van saffier in de ondergrond. De Srilankezen en Thai’s lieten er geen gras over groeien en bezitten de meeste handels in de streek. De handenarbeid wordt natuurlijk wel gedaan door de uit alle windstreken toegestroomde Malagasy gelukzoekers.
Andere bezienswaardigheid die de rit wat afwisseling biedt zijn de graven . Deze zijn hier erg bijzonder versierd en dus een stopje waard.
Als we dichterbij de kust de eerste baobabs zien zijn we bijna in Toliara waar we lunchen. Hier verlaten we de RN7 die we al sinds Antananarivo volgden om via de slechtste piste tot nu richting noorden en Ifaty te schokkelen. In Mangily, het dorpje ten noorden van Ifaty waar de meeste hotels gevestigd zijn, zullen we nu even kunnen relaxen aan het strand bij Chez Cecile, het gezelligste adresje van het strand. Wel maar één dag, en ’s morgens (opstaan om 4u30) gaan we eerst nog het Reniala Park bezoeken om de ooit zo typische begroeing van de streek te zien: het doornwoud, door David Attenborough tot de meest bizarre vegetatie van de planeet benoemd. Tussen de baobabs, dediera (octopusbomen), flamboyanten en pachypodia spotten we verschillende endemische vogelsoorten, met name de erg bijzondere tot deze streek beperkte Long Tailed Ground Roller en Subdesert Mesite.
Subdesert Mesite / Bensch' monias
Reniala Reserve
Reniala Reserve
Reniala Reserve
Langstaartgrondscharrelaar
De rest van de dag slenteren we langs het strand terwijl we de Vezo-vissers gadeslaan bij het binnenhalen van de vangst. Kwestie van de batterijen op te laden voor het tweede luik van onze reis…
Mangily
Mangily
Mangily