21-22/11 : Twee reisdagen

1:33 am 2016 Nicaragua, Op reis

Om 8u ’s morgens verlaten we Papaturro. Deze keer vertrekken we min of meer op tijd, zodat we rond de middag in San Carlos aankomen. We lunchen met het zicht op de San Juan rivier en gaan ons informeren voor onze trip naar Matagalpa morgen. Er is geen rechtstreekse bus, zodat we om moeten rijden via Managua, een hele omweg. Er wordt ons aangeraden om de bus van 8u te nemen, want die van 6u30 zou veel meer tussenstops hebben en komt al van elders, zodat ze al vrij vol zou kunnen zitten, wat niet handig is met onze bagage. Maar de bus van 8u is dan weer later in Managua, zodat we vrezen niet voor het donker in Matagalpa te geraken. We gaan te rade bij de toeristische dienst (Intur) en besluiten uiteindelijk om met privé vervoer te reizen; uiteraard veel duurder, maar we doen er dan slechts 4 1/2 uur over, zodat we in Matagalpa meer tijd hebben. De vriendelijke mevrouw van Intur belt voor ons een paar chauffeurs op en negotieert met hen de beste prijs.

Om 7u stipt staat Carlos, onze chauffeur, ons op te wachten aan ons hotel. Hij laadt onze bagage in en dan gaan we eerst ontbijten. Ondertussen is Carlos druk aan het rond bellen op zoek naar een gevarendriehoek. Dat is hier namelijk verplicht en op dit lange traject zou er wel eens politiecontrole kunnen zijn. Uiteindelijk leent hij er één van een voorbijrijdende collega. Iedereen kent hier blijkbaar iedereen. Als we vertrekken vraagt Carlos of we het erg vinden dat zij echtgenote met ons mee gaat. Uiteraard niet. Met ons vieren zijn we dan onderweg in de piepkleine Kia Morning. Maar dat is niet zo raar in Nicaragua. Al na een half uurtje rijden we de bus van 6u30 voorbij. We zijn blij dat we ons eigen vervoer hebben, want aan dit slakkengangetje zouden we nooit op tijd in Matagalpa geraken. We rijden door een mooi groen landschap. Stilaan wordt het meer bergachtig. Heidi (jawel!), de echtgenote van Carlos, vindt het prachtig; ze heeft deze streek blijkbaar nog nooit bezocht. Als we omstreeks 13u in Matagalpa uit de auto stappen, is het bibberen geblazen; het is hier zeker 10 graden frisser dan in San Carlos. Selva Negra, waar we verblijven, ligt middenin een natuurgebied en is één van de oudste koffieplantages van Nicaragua. Het is bovendien een volledig zelfvoorzienende ecoboerderij die 250 locale mensen tewerkstelt. Ze hebben hun eigen schooltje en een gezondheidscentrum. Het domein is in handen van de vierde generatie Duitse immigranten. We praten even met de gids van Selva Negra en die beveelt ons aan om één van de trails op het terrein te wandelen. We hebben geluk: onderweg zien we een zeldzame guardabarranco, een kleurrijke vogel met een lange staart, en de nationale vogel van Nicaragua. We eindigen onze wandeling op het terras van het hoofdgebouw en genieten nog van een drankje in het zonnetje.

Comments are closed.