13-11-2017
Anne
2017 Japan, Op reis
Geen reactie
Vanmorgen nemen we onze tijd, want de boot naar Takamatsu vertrekt pas om 11.30u. We genieten van een uitgebreid ontbijt en het mooie uitzicht op de zee.
Na een boottocht van een klein uurtje leggen we aan in Takamatsu, de hoofdstad van het eiland Shikoku. We logeren vlakbij de haven, dus droppen onze bagage en gaan op pad naar de Ritsurin tuin, één van de drie mooiste tuinen van Japan en ook de grootste. Hier nog bijna geen herfstkleuren, maar wel honderden kunstig gesnoeide pijnbomen. Het lijken wel bonsai bomen in het groot; prachtig! Er is veel volk, want het is zondag en dit is blijkbaar een populaire gezinsuitstap. In de tuin bevinden zich nog 6 vijvers, heuveltjes en bruggen en ook verschillende oude theehuizen. We willen een Matcha gaan drinken in het grote theehuis, maar mogen niet binnen, want het is blijkbaar gesloten vandaag. Er staat wel nergens een bordje dat het gesloten is. We horen een gids vertellen dat er een maandelijkse theeceremonie aan de gang is. We zien van op afstand inderdaad verschillende vrouwen in kimono af en aan lopen met kommen thee.
De tuin is een stuk groter dan de vorige tuinen die we bezochten; de zon is dus alweer serieus gezakt tegen dat we rond zijn (rond 16u). We keren terug naar ons hotel waar we in onze kamer met zeezicht een theetje drinken met de zoetigheden die we vanuit Naoshima meekregen (die konden we gisteren niet meer op na het diner, maar waren wel inbegrepen in het menu).
We dineren in een lokaal restaurantje, waar je in aparte “hokjes” zit, afgescheiden door rijstpapieren schuifdeuren. Bestellen doe je via een tablet. Heel handig om taalproblemen te vermijden. We slagen er toch in om verwarring te zaaien, waardoor onze tempura bestelling dubbel op de rekening staat. Gelukkig doen ze hier niet moeilijk en wordt dit bij het afrekenen netjes terug afgetrokken. Achteraf wandelen we onder de sterrenhemel de pier op richting de rode vuurtoren. Hier hebben we een mooi zicht op de lichtjes van de stad.
12-11-2017
Anne
2017 Japan, Op reis
Geen reactie
We moeten vanmorgen al om 6.55u de bus terug naar Hiroshima nemen. Geen tijd voor ontbijt dus. Maar door de vroege start zijn we extra vroeg terug in de stad, zodat er voldoende tijd is om in een koffiebar te ontbijten én een vroegere trein naar Okayama te nemen. We gaan naar het boekingskantoor van Japan Rail (JR) om onze kaartjes om te wisselen. Pech, er zijn geen gereserveerde plaatsen meer mogelijk op de vroegere trein. Dan wagen we het er maar op om een niet gereserveerde plaats te pakken te krijgen. Na het ontbijt gaan we goed op tijd naar het perron om aan te schuiven in het rijtje van één van de rijtuigen met niet-gereserveerde plaatsen. In Japan verloopt dit namelijk redelijk ordelijk. Jammer maar helaas hebben we maar één zitplaats; gelukkig is het maar 40 minuten tot in Okayama.
In Okayama moeten we de lokale trein nemen naar de haven van Uno. Hier vertrekken de ferries naar het eiland Naoshima. Er staat weer een zalig zonnetje, dus zetten ons op een bankje op het bovendek van de ferry, zodat we een goed uitzicht hebben over de vele eilandjes. Naoshima ligt immers in de Japanse binnenzee tussen de grote eilanden Honshu (het grootste eiland, waar we de voorbije weken rondgereisd hebben) en Shikoku (met de stad Takamatsu, waar we hierna naartoe trekken).
Naoshima is niet zo heel groot. Naast het haventje Miyanoura, waar de meeste ferries toekomen, zijn er nog twee plaatsjes: het andere haventje Honmura en Tsutsuji-so, waar wij verblijven. Samen vormen ze het Benesse Art Project. Met de pendelbus komen we aan in Tsutsuji-so, vanwaar we 10 minuten verder te voet gaan langs het strand tot aan de Benesse House site. Onderweg komen we de beroemde Pompoen tegen van de Japanse kunstenaar Yayoi Kusama, het bekendste zicht van Naoshima. We gaan deze keer twee nachten in een museum slapen; Benesse House is namelijk één van de twee belangrijkste museum locaties op het eiland. De strakke moderne gebouwen zijn van de hand van architect Tadao Ando. Ze liggen verspreid in een mooie tuin vol kunstwerken (van onderandere Karel Appel en Niky De Saint Phalle). We slapen in het Park gebouw en hebben een schitterend uitzicht over de tuin en de zee. Vermits het nog betrekkelijk vroeg is wandelen we verder de heuvel op en bezoeken nog het Chichu Art Museum, met een ruimte gewijd aan de waterlelies van Monet, eentje aan James Turell en eentje aan Walter De Maria. De schitterende architectuur van Ando is er helemaal op gericht om de kunstwerken perfect tot hun recht te laten komen. Een fantastische ervaring. Op de terugweg bezoeken we ook nog het Lee Ufan museum, waar alweer de sculpturen en de architectuur perfect op elkaar afgestemd zijn. Zeer sfeervol dit bezoek.
We hebben gereserveerd vanavond in het Japanse restaurant van het Benesse museum. Heel speciaal zo eten midden tussen de kunstwerken; in het restaurant zelf hangen enkele doeken uit de Flowers reeks van Andy Warhol. Speciaal voor de hotelgasten blijft het museum open tot 23u, zodat we rustig de tijd hebben om na het diner in het museum rond te wandelen. Je vindt er werken van moderne Japanse kunstenaars en van ondermeer Wesselmann, Giacometti, Rauschenberg, David Hockney, Jannis Kounellis en Basquiat. We wandelen ook nog even tot aan de pompoen alvorens in ons bedje te kruipen.
De volgende morgen hebben we een zee van tijd om te ontbijten, want de bus naar Honmura vertrekt pas om 10.45u. We wandelen na het ontbijt nog even door het park rond het hotel om in het zonnetje van de kleurrijke werken van De Saint Phalle en Appel te genieten. Aan de andere kant van het eiland bevindt zich in Honmura het Art House project: in 6 historische huisjes in het dorpje werden kunstinstallaties ondergebracht: heel leuk om zo van de ene naar de andere te wandelen. Onderweg komen we een kunstenaar aan het werk tegen: hij laat een soort Banksy-achtige tekeningen achter op verschillende gevels, maar dan niet met verf, maar met gekleurde draad. Hij geeft ons een foldertje mee, zodat we de overige werken kunnen ontdekken. Er is ook een museum gewijd aan Tadao Ando, die een belangrijke rol heeft gespeeld in het realiseren van het Benesse Art Project.
We hebben geen zin om op de shuttle service van het hotel te wachten en wandelen daarom over het eiland terug richting Benesse House. Een mooie wandeling langs een meertje en een vijver. Onderweg bezichtigen we nog alle kunstwerken in open lucht die we nog niet zagen. Een absoluut aangenaam dagje!
10-11-2017
Anne
2017 Japan, Op reis
Geen reactie
Vandaag gaan we “off the beaten track”. Sandan-kyō wordt in de Lonely Planet maar als kaderstukje vermeld. Goed voor ons, want buiten nog een paar Fransen en nog een ander Europees koppel zitten er alleen maar Japanners op de bus. En bovendien zit ze niet vol. Na anderhalf uur rijden komen we aan de ingang van de Sandan kloof of Sandan-kyō. We checken in bij onze ryokan, Sandan-kyō Hotel. Daarna gaan we meteen op pad. De Sandan kloof zou één van de drie mooiste van Japan zijn. En inderdaad, al van de eerste stappen op het pad zijn we onder de indruk van de schitterende omgeving: een woeste rivier (de Shibaki), indrukwekkende rotsformaties en mooie bossen in hun herfstkleed. We genieten van dit schouwspel en komen iets voor de middag bij een stukje rustiger water (Kurobuchi pool), waar we ons door een bootje naar de overkant laten varen. Daar is er een eenvoudig restaurantje waar je vers gegrilde forel uit de rivier kan eten. Na de lunch steken we de rivier terug over via een hangbrug. We worden weer getrakteerd op een paar indrukwekkende landschappen. Nog voor we bij de poort komen die ongeveer in het midden van het park ligt, komen we onze Europese medereizigers van op de bus weer tegen. Zij zij al op de terugweg, want de laatste bus vertrekt om 15u. Wij hoeven ons gelukkig niet te haasten, want wij blijven nog een nachtje. Van aan de parking loopt het pad door tot aan de Sandandaki watervallen: deze indrukwekkende watervallen zijn gelegen tussen drie rotswanden en hebben een verval van 130m. Een schitterend orgelpunt voor deze wandeling! We besluiten niet verder te wandelen want we moeten nog een heel eind terug en het wordt hier vroeg donker.
In de ryokan spreekt men nauwelijks Engels, met het gevolg dat er met handen en voeten gecommuniceerd dient te worden. Maar ze zijn erg vriendelijk, dus dat komt wel in orde. Het avondmaal is weer typisch Japans, met onderandere sashimi, tempura en een tofupot. Zeker na de stevige wandeling (toch weer een 15km) smaakt het enorm. Ook een bezoekje aan de onsen doet onze vermoeide spieren deugd.
10-11-2017
Anne
2017 Japan, Op reis
Geen reactie
Vanmorgen nemen we de lokale trein en daarna de ferry naar het eiland Miyajima. Dit is het eiland van de grote rode Tori of poort in de zee, een beroemde postkaartfoto uit Japan.
Als we aankomen is het tij aan het opkomen, zodat de poort mooi in het water staat. De tempel is een bijzondere, want is op palen in het water gebouwd. Van op het terras hebben we een mooi zicht op de Tori. Na het bezoek gaan we lunchen: Anne udon noodles met oesters en Wim tempura van zeepaling (de lokale specialiteiten). Lekker! We nemen onze tijd, want we hopen dat de hemel snel gaat opklaren. Het heeft vannacht namelijk geregend en het zou vanaf de middag beginnen opklaren. We willen immers Mount Misen op, maar we hebben niet veel zin om boven in de mist rond te lopen. Het lijkt toch wat lichter te worden, dus we wagen het er op. De wandeling door het park naar de start van de kabelbaan is prachtig: een riviertje, kleurrijke esdoorns en niet te veel volk (beneden aan de Tori is het volk beginnen toestromen. De kabelbaan is in twee delen: eerst gondels voor 6 personen (maar we hebben er eentje voor ons tweeën) en dan een grote cabine tot boven. Vandaar is het nog een half uur klimmen naar het uitkijkpunt op de top. Net voor we boven komen is er nog een schrijn : hier zou Kobo Daishi (die op Koya-san aan het mediteren is) bij een vuurtje gemediteerd hebben, en dat vuurtje zou nu meer dan 1200 jaar later nog steeds branden. De eeuwige vlam in het Peace Park in Hiroshima werd hieraan overigens aangestoken. Boven op Mount Misen hangen er nog steeds wolken, dus geen uitzicht. We nemen dan maar wat foto’s van de grote rotsen en het koppel raven dat er rond hangt (en hoopt op wat lekkers van de toeristen). Maar kijk, ons geduld wordt beloond : plots komt de zon er door en krijgen we een mooi zicht op Hiroshima en de blauwe zee.
We hebben geen retourticket voor de kabelbaan genomen, want we willen te voet terugkeren door het mooie primaire bos. De afdaling is mooi maar zwaarder dan verwacht; we zijn maar net voor zonsondergang beneden. We nemen nog een paar foto’s van de vele hertjes die in het dorp rondlopen en kunnen door het eb een stuk het strand op dichter bij de poort. We missen net de ferry van 18u, dus wachten op de volgende die gelukkig maar een kwartier later komt. Onze voeten doen zeer van de lange afdaling, dus we besluiten gewoon in het hotel te eten. We moeten morgen trouwens vroeg op om de Express bus naar Sandan-kyo te nemen.
08-11-2017
Anne
2017 Japan, Op reis
Geen reactie
Om 8u20 stipt vertrekt de Shinkanzen naar Himeji. Hier staat één van de grootste nog bewaarde kastelen in Japan. Het is bovendien spectaculair gelegen op een heuvel, zodat het zes verdiepingen tellende kasteel hoog boven het stadje uittorent. Alvorens naar het kasteel te trekken, laten we onze bagage achter in één van de lockers in het station. Van zodra we het station buiten stappen zien we in de verte het schitterend witte kasteel, bijgenaamd het reigerskasteel. In 2015 liep een uitgebreide renovatie ten einde, zodat het nu terug in al zijn glorie te bewonderen is. Tegen half 12 zijn we terug in het station. We kopen nog twee bentoboxen voor de lunch en nemen dan de shinkanzen naar Hiroshima.
Dankzij de supersnelle kogeltrein hebben we in Hiroshima nog voldoende tijd om de Atoombom-Dome, het Peace Memorial park en het museum te bezoeken. De A-bom Dome is eigenlijk één van de enige gebouwen waar nog een deel van overeind stond nadat de bom tot ontploffing werd gebracht ongeveer pal erboven. Het is een stille getuige van de vreselijke gebeurtenis die plaats vond op 6 augustus 1945 ’s morgens. In één klap werd de stad Hiroshima toen van de kaart geveegd en verloren 140.000 mensen het leven. Hier wordt je echt stil van. Het gebouw en het park errond moeten er niet alleen voor zorgen dat dit nooit vergeten wordt, maar ze willen vooral een boodschap van vrede uitdragen. In het park staan nog verschillende gedenktekens, zoals dat ter nagedachtenis van alle kinderen die omkwamen. Een klasje Japanse kinderen was net een opvoering aan het doen bij dit monument: heel aangrijpend. Ook hier waren weer zeer veel scholen op bezoek; laat ons hopen dat de jeugd deze vredesboodschap met zich mee draagt. In het museum, dat voor een groot deel gesloten is wegens renovatie, wordt er veel achtergrond gegeven, alsook een pak aangrijpende getuigenissen en objecten van overlevenden.
De stad werd na de oorlog snel terug opgebouwd en bruist momenteel als nooit tevoren. We wandelen terug naar het hotel door verschillende overdekte winkelstraten met veel lichtjes en bling bling, zoals we het ondertussen gewoon zijn in Japan. Soms lijkt het wel of je in een computerspelletje rond loopt.
Voor het diner gaan we naar een typisch okonomiyaki restaurant. Over het station op de zesde verdieping van een gebouw is een volledige food court met alleen maar okonomiyaki restaurants “Hiroshima style”. We schuiven aan bij eentje dat ons aanbevolen werd. Iedereen zit aan de toog die vooral bestaat uit een hete teppanyaki plaat, waarop de koks een soort pizza fabriceren met onder meer noedels, kool, deeg, ei en een heleboel ingrediënten naar keuze. Niet direct haute cuisine, maar wel lekker!