Takeo: In the middle of nowhere en… veeeel water

2007 Cambodja, Op reis Geen reactie

Met de bus gaat het van Kompomg Chnang naar Phnom Penh; daar hebben we geluk, want we kunnen meteen overstappen op de bus naar Takeo, die al staat te wachten: onze verovering van het zuiden van Cambodja is begonnen!

Op de bus naar Takeo zijn wij de enige Westerlingen; niet verwonderlijk want de meeste toeristen lijken Takeo links te laten liggen en rechtstreeks naar Kampot of de stranden in het zuiden te gaan. De reisverslagen leren ons dat de bushalte te ver ligt van het centrum zodat we met ons tweeën, inclusief bagage (!) één (1!) moto nemen naar het guesthouse dat aanbevolen wordt door een recent reisverslag. Eén grote troef: ze spreken Engels! Bovendien zijn ze er ontzettend vriendelijk. We krijgen de beste kamer (we zijn ook de enige gasten), die is op ’t eerste zicht OK, maar het sanitair moeten we maar niet met een vergrootglas bekijken… 😉

De dochter des huizes raadt ons aan op de markt aan een stalletje te gaan eten (ook een ervaring) en zou voor ons een boot zoeken om ons naar de pre-Ankor sites Ankor Borei en Phnom Da te brengen. Volgens onze informatie zou dit een erg mooie boottrip moeten zijn, door allemaal kanaaltjes, maar met het einde van het regenseizoen zijn alle kanaaltjes verzwolgen in één grote watervlakte. De tempels zelf zijn niet echt de moeite (dat wisten we), dus is dit bezoek eigenlijk een teleurstelling.

’s Avonds eten we in het enige restaurant van het stadje, dat prachtig gelegen is op een terras op het water; de rust en het uitzicht maken toch wel één en ander goed.



Kampong Chnang : het leven aan het Tonle Sap Meer

2007 Cambodja, Op reis 1 reactie

Met de bus komen we na een drie uur durende rit aan in Kampong Chnang aan, een niet-toeristisch provinciaal stadje op het Tonle Sap meer.

Een motodup had ons direct gespot en wilde ons per se meenemen naar zijn guesthouse. Vermits we de naam al gehoord hadden in de Reiswijzer verslagen hebben we het maar geriskeerd, maar het hotel bleek vol te zitten. In het tweede hotel dat hij ons wilde opdringen spraken ze geen letter Engels, en dan hebben we hem vriendelijk maar beslist gevraagd ons naar het Sokha Guesthouse te brengen, volgens onze bronnen zo wat het beste alternatief in Kampong Chnang en men spreekt er Engels. Dan in 1 van de twee restaurants van het stadje snel wat gaan eten en dan beginnen we aan onze wandeling.

Kampong Chnang is letterlijk omgeven door het meer; onze wandeling leidt ons eerst langs paalwoningen. Jammer genoeg kunnen we er nog niet tussenlopen, want het water is nog niet helemaal gezakt; verder in het droge seizoen moet dit wel mogelijk zijn en heel leuk om te doen. Voorbij een Wat die het echte begin van het meer markeert komen we aan een haventje. Probleem: We moeten naar het toilet, maar probeer dat maar eens duidelijk te maken in een stadje met nagenoeg geen toeristen en waar de meesten alleen Khmer spreken, laat staan kunnen lezen. Uiteindelijk heeft een ondernemende booteigenares het lumineuse idee om ons naar een schooltje te brengen, waar ze er achter komen wat onze “hoge nood” wel is 😉 Algemene hilariteit natuurlijk! En we belonen onze “redster” door met haar een boottochtje langs het drijvende deel van de stad te maken; ook hier zien we alle dagelijkse activiteiten van dichtbij; een drijvend winkeltje, het herschilderen van de boten voor de festiviteiten eind deze maand, …

Achteraf lopen we nog door tot aan het tweede haventje waar men continu goederen af en aan zeult; een bedrijvigheid van belang! Langs het water vinden we ook veel foodstalletjes en marktkraampjes.

Na onze fikse wandeling gaan we vroeg eten in het zelfde restaurant als ’s middags, want veel keuze hebben we natuurlijk niet.







Battambang : met de moto op verkenning op het platteland

2007 Cambodja, Op reis Geen reactie

Vandaag maken we twee motortrips op het platteland rond Battambang, met twee drivers die door de hoteleigenaar zijn aanbevolen (we hadden eigenlijk een andere gevraagd, maar die bleek bezet): Sorphong en Phi-lay. Deze zijn een echte aanrader!

De eerste trip voert ons naar een Angkoriaanse tempel via een mooie route waar we het alledaagse leven leren kennen: het maken van sticky rice met kokos in bamboe (een lekkernij die we in Kampong Cham al proefden), de verwerking van vis (vispasta, gedroogde vis, gerookte vis, …), het vervaardigen van rijstnoedels en het maken van rijstpapier voor de springrolls. Aan het begin van de trip houden we ook even halt aan een lokaal Killing Fields monument (in Battambang hebben de Rode Khmer lelijk huisgehouden). Phi-Lay heeft het Rode Khmer regime zelf nog meegemaakt en vertelt ons naar aanleiding van de reliëfs op het monument zijn eigen verhaal (Zijn vader diende nog onder Lon Nol, zijn hele familie werd hierom uitgemoord en hijzelf is Phnom Penh kunnen ontvluchten naar Battambang door een nieuwe identiteit aan te nemen. Hij heeft veel honger geleden en ontzettend hard moeten werken en is uiteindelijk in een vluchtelingenkamp in Thailand aanbeland.)

Na de lunch en platte rust in het hotel vertrekken we voor onze tweede trip, met als einddoel de bamboetrein. Deze keer zien we lokale vissers aan het werk, gaan over een vervaarlijke spoorwegbrug (waar nu alleen voetgangers over lopen en tweewielers over balanceren), testen de plaatselijke vervaarlijk wiebelende Golden Gate bridge, gaan fruit en rijstwijn proeven bij een boerderij en maken een mooie tocht door de rijstvelden. Voor we aan de bamboetrein komen, bezoeken we nog de lokale steenbakkerijen, waar Wim zich als echte Bomenaar meteen op z’n plek voelt!

De Bamboetrein zelf is een uitvinding van de lokale bevolking: op de bestaande sporen (van de traagste trein van Azië), gebruiken zij zelfgemaakte “treintjes” bestaande uit twee paar wielen, een platform uit bamboe en een motor; elke keer als er een bamboetrein uit de tegengestelde richting komt, moet er bedisseld worden wie er af moet (de lichtste, en dus niet wij met onze twee moto’s!) en die moeten dan letterlijk even van de sporen… En dan is het zalig zoeven door het mooie landschap rond Battambang!











Boottocht van Siem Reap naar Battambang

2007 Cambodja, Op reis Geen reactie

Om 6u stipt komt het busje van de bootmaatschappij ons oppikken aan ons hotel in Siem Reap; alleen is er slechts plaats voor 1 persoon; Dan maar met ons tweetjes op 1 plaats geperst en op weg naar… nog een hotel! Er blijkt nog een persoon mee te moeten, maar dit is echt onmogelijk. De onfortuinlijke passagier moet dan maar met een moto achter ons aan; en dan maar hopen dat haar rugzak (die wel de bus opgaat!) ook heelhuids op de boot geraakt!

De boottocht zelf voert ons eerst over het Tonle Sap meer, wat zo groot is dat het bijna een binnenzee lijkt. Verder gaan we stillaan de mangrove in en passeren langs drijvende dorpen, waar er langs alle kanten weer een vrolijk “Hello! Hello!” klinkt. Ook zien we veel watervogels, zoals een visarend, pelikanen, reigers, een ijsvogel, roerdompen,…

Omstreeks half 3 komen we dan in Battambang aan, waar we meerijden met het busje van het Royal hotel; eenvoudig, maar netjes en een heel vriendelijke staff. Boven is er ook een dakrestaurant, waar we even van de bootreis kunnen bekomen. Na een kleine stadswandeling en een welverdiende douche gaan we eten in The Smoking Pot; waar de Thaise curries en de Cambodjaanse Amok ongelooflijk lekker smaken.





Siem Reap Dag 4 : het hoogtepunt

2007 Cambodja, Op reis 1 reactie

Vandaag alweer om 7u op pad (de rust bij de tempels is ons gisteren goed bevallen!), met de fiets deze keer. De fietsen konden we huren bij het hotel. Het zijn zogenaamde “white bikes”: van de 2 dollar huurprijs gaat 1,5 dollar naar een goed doel in Siem Reap. De fietsen zijn in goede staat (alhoewel Wim liever een stoere mountain bike had gehad ipv een damesfiets 😉 Dus wij op weg naar het nec plus ultra: Angkor Wat. De weg er naar toe is heel breed en goed onderhouden, en wegens het vroege uur zijn er nog geen toeristenbussen, alleen wat brommertjes, tuktuks en andere fietsers. Het is bovendien nog heerlijk koel en de bossen rond de site zorgen dat het een aangename rit wordt.

Angkor Wat ligt voor ons in de ochtendzon te blinken (wel met tegenlicht, dus we moeten op het einde van de dag zeker nog eens terugkomen voor de obligate foto’s!) Het complex is heel groot, dus we zijn al gauw enkele uurtjes zoet met het bezoek. Angkor Wat heeft altijd zijn religieuze functie behouden, waardoor het nog heel goed bewaard is. De torens mogen we jammer genoeg niet op, want die worden momenteel gerestaureerd. Maar er is verder nog genoeg te zien, zoals de bijna 2000 Apsara- (danseressen) sculpturen en het bas reliëf helemaal rond met flarden uit oude Hindu-verhalen.

Van Angkor rijden we dan verder naar Angkor Thom (letterlijk “Groot Angkor”), waar we eerst en vooral de ingangspoort met de beroemde hoofden bewonderen. We besluiten om vóór de lunch al eens langs de kleine gebouwen van Angkor Thom te fietsen. We lunchen dan in een van de stalletjes, waar we weer duchtig moeten afdingen.

Na de middag beginnen we dan aan een tocht te voet langs de belangrijkste onderdelen van Angkor Thom, zoals het het terras van de leprakoning, het leeuwenterras, het koninklijk paleis (of wat er van over blijft, tenminste) en de Baphuon. Deze laatste tempel wordt nog volop gerestaureerd. Ze waren hier namelijk al mee begonnen vóór het bewind van Pol Pot; ze hebben toen de hele tempel stuk voor stuk uit elkaar gehaald en toen kwamen de Rode Khmer. Tijdens deze periode werden de documenten die de heropbouw documenteerden vernietigd, zodat de archeologen achteraf met “’s werelds grootste puzzel” zaten.

Het hoogtepunt van Angkor Thom bezochten we op het einde: De Bayon; van op alle torens staren wel 54 reuzegrote hoofden je aan: indrukwekkend gewoon! De tempel is in vergelijking met Angkor Wat redelijk vervallen, maar als je er rond loopt heeft het gewoon iets mythisch. Zeker vermits het avondlicht alles nog eens een mooie gloed gaf.

Na dit bezoek fietsten we nog terug naar Angkor Wat, zodat we de weerspiegeling bij avondlicht van de torens in de bassins aan de tempels nog even konden bewonderen. Nog gauw wat banaantjes kopen voor het ontbijt de volgende dag en dan terug nar Siem Reap, waar we in de tuin van het hotel neerploften voor een welverdiend pintje. Wat een fantastische dag!





« Vorige Berichten Next Entries »