06-11-2013
Wim
2013 Peru, Op reis
Reacties uitgeschakeld voor 4 nov : Cordillera Negra en Huaraz
Na de toch wel zwaarder dan verwacht uitgevallen tocht van gisteren besluiten we vandaag een ander soort wandeling te doen. We vertrekken met Jessica naar een pas op 5200m in de Cordillera Negra, de Cordillera ten westen van Huaraz. Van op die hoogte zakken we te voet richting Huaraz af. Eerst stappen we doorheen de weiden in de mist (het mooie uitzicht op de Cordillera Blanca moeten we missen), maar wat lager komen we de eerste dorpjes tegen. Naarmate we zakken worden de dorpjes groter en zien we meer mensen bezig op het land. De vrouwen dragen hier nog haast allemaal de traditionele klederdracht met de erg typische hoed. Langs het pad komen we ook af en toe schoolkinderen tegen op weg van school terug naar huis. Iedereen zegt vriendelijk buenos dias. Van Jessica krijgen we uitleg over alle gewassen die we onderweg passeren.
Wanneer we onderaan het pad terug bij de hoofdweg komen, nemen we een busje met de locals terug naar de stad. Het is marktdag in Huaraz, dus stelt Jessica voor bij de markt uit te stappen. We zien er onder andere gevilde cavia’s klaar voor in de pot.
Daarna regelen we nog wat administratie, pakken onze bagage, gaan even eten bij San Sebastian vlak bij het hotel, en nemen dan de taxi naar de busterminal van Moviltours voor onze nachtbus naar Trujillo, de volgende stap in onze reis.
04-11-2013
Anne
2013 Peru, Op reis
Geen reactie
Onze eerste uitstap gaat naar één van de oudste archeologische vindplaatsen in Peru : Chavin de Huantar. Deze beschaving gaat terug tot 1200 v.Chr, lang voor de Inca’s dus. De weg ernaartoe loopt door het prachtige landschap van de Cordillera Blanca. We houden halt aan een laguna en rijden dan verder een pas over van meer dan 4000 meter en dan door een tunnel. Aan de andere kant kijken we uit op een gigantische Christo Redendor de Los Andes die uittorend boven het schitterende landschap. Dan gaat het steil naar beneden over een slechte weg tot aan de ruines.
We reizen met een bus vol Peruaanse toeristen en onze gids is eentalig Spaans. Hij doet wel heel hard zijn best om traag en verstaanbaar te praten, zodat we zijn interressante uitleg vrij goed kunnen verstaan.
De rondleiding over de site duurt ruim een uur, waarbij we ook het ondergrondse labyrinth met de beroemde Lanzón bezoeken. Deze laatste is een soort kunstig gebeeldhouwde obelisk van 4 meter hoog die de godheid van de Chavín-cultuur voorstelt.
Na een late lunch in een lokaal toeristenrestaurant waar de obers voor elke bestelling een sprintje trekken (gelukkig deden ze dat niet met onze kippesoep 😉 ) bezoeken we nog het door Japan gesponsorde museum om dan de lange terugtocht aan te vatten.
Vermits het ondertussen onophoudelijk aan het regenen is, besluiten we te gaan eten in het vlakbij gelegen hotel San Sebastian.
De volgende morgen genieten we weer van een lekker ontbijt klaargemaakt door Joana en vertrekken daarna in gezelschap van een Amerikaanse en Nieuw Zeelandse en onder leiding van gids Jessica richting onze eerste wandeling in de Andes. De tocht naar het vertrekpunt is prachtig. Na de regen van de vorige dag zijn de wolken wat opgetrokken en laten enkele spectaculair besneeuwde toppen zich zien. We vatten de wandeling aan door de idylische valei met een kronkelend bergriviertje en op de achtergrond de besneeuwde toppen.
Het pad is aanvankelijk niet te steil, dus hebben we niet te veel last van de hoogte. Jammer genoeg begint het halverwege terug te regenen; tja da’s bergweer hé. Het laatste stuk is wat steiler, dus moeten we af en toe serieus naar adem happen.
Uiteindelijk komen we aan bij de laguna met zicht op de gletcher.
Ondanks de regen halverwege was dit echt een prachtige tocht.
Het schudden van de auto is Wim echter niet bekomen, dus kruipt die met een pilletje in zijn bed. Gelukkig gaat het na een tijdje weer beter.
04-11-2013
Anne
2013 Peru, Op reis
Geen reactie
Na een meer dan 12u durende vlucht komen we netjes op tijd aan in Lima. Met een taxi gaat het dan langs de oceaan richting de wijk Barranco waar we een nachtje in d’Osma B & B verblijven. We zijn moe van de lange vlucht en hebben geen honger, dus kruipen we vroeg onder de wol. De jetlag speelt ons parten zodat we vanaf 1.30u (7.30u Belgische tijd) regelmatig wakker zijn.
’s Morgens krijgen we een lekker ontbijt met vers geperst sap, waarna we klaar zijn voor de 8 uur durende busrit naar Huaraz in de Cordillera Blanca.
Het weer klaart stilaan op en tegen de middag staat er een stralend zonnetje. Maar wanneer we beginnen te klimmen komen we in de mist terecht. Vanaf 3000 meter klaart het toch weer op, zodat we een eerste blik kunnen werpen op de schitterende witte toppen van de Cordillera Blanca.
In Morales guesthouse hebben we van in de ontbijtzaal zicht op de Huascaran, de hoogste top van het gebied. We drinken onze eerste cocathee en sluiten de dag af in restaurant Trivio met carbonades à la Flamande met lekker rundsvlees uit de Andes.
20-11-2012
Wim
2012 Madagascar, Op reis
Geen reactie
Normaal moesten we na onze lus vanuit Morondava direct huiswaarts keren, maar vermits Air France ons een tweetal maanden geleden liet weten onze terugvlucht te hebben verlaat, kunnen we nog een stukje aan onze reis breien. We kozen voor de Mananara Lodge bij Anjozorobe, een 80km ten noorden van Antananarivo.
Eerst moeten we het vliegtuig naar Tana nemen, maar daarvan horen we bij Chez Maggie (bevestigd via email) dat deze van de ochtend naar de vroege avond werd verschoven. We doen dus een extra wandeling in Morondava voor we vertrekken. Gelukkig kunnen we onze kamer iets langer dan het normale uitcheckuur houden. We kunnen onze chauffeur wel waarschuwen.
Als we ’s avonds uiteindelijk in de lucht hangen, wordt het een turbulente vlucht. Zo turbulent zelfs dat de zwaarste luchtzak een Malagasy jongedame aan de andere kant van het gangpad doet flauwvallen. Zij vloog blijkbaar nog nooit en zat al de hele tijd angstig te prevelen. Er zit een dokter op de vlucht en die houdt haar tot in Tana in het oog. Wakker krijgen ze haar echter niet, dus moeten we na de landing wachten tot ze kan worden ontzet… Dat alles zorgt ervoor dat de rit naar de Mananara Lodge volledig in het donker moet gebeuren. Gelukkig ziet Razaka a.k.a. Jacques (onze nieuwe chaffeur) dat zitten. Vooral het laatste stuk over 10km piste is het goed uitkijken. Maar 3 paar ogen zien alle putten. Ondanks ons late aankomen (22u15) worden we hartelijk ontvangen en krijgen we nog een lekker diner voorgeschoteld.
De volgende dag gaan we op zoek naar lemuren in het aangrenzende woud. Het wordt een prachtige wandeling en we zien een groep van 4 Indri’s van erg nabij (op ooghoogte): schitterend!! Als we tegen de middag terug aan de lodge komen druppelt het wat, en dus doen we ’s namiddags niet te veel. ’s Avonds wagen we wel nog een korte nachtwandeling, maar meer dan één familie muislemuren die vanuit hun nest in het dak van één van de bungalows snel snel de struiken induiken, en twee kameleons zien we niet.

Mananara Lodge

Indri Indri

Mananara Lodge

Orchidee

Kameleon bij Mananara Lodge
We besluiten de volgende dag niet direct terug te vertrekken, en verkennen ’s morgens de omgeving van de lodge.

Madagaskarwever bij Mananara Lodge
Dan is het pakken en lunchen geblazen en rijden we terug naar Tana: toch heel anders zo overdag. Er blijkt veel meer volk langs de weg te wonen dan we ’s nachts hadden vermoed, en de rijstvelden liggen er mooi groen bij. Onderweg bezoeken we Ambohimanga, de oude hoofstad van Adrianampoinamerina, de eerste koning van een verenigd Madagaskar: best interessant. Jacques stelt daarna voor nog even Tana in te rijden, en we geraken doorheen de files (drukke stad!!!) net bij zonsondergang op de Rova (de centrale heuvel met de paleizen van de latere koninginnen). Zo krijgen we toch een indruk van de stad: voldoende om te beseffen dat twee nachten Mananara Lodge de juiste keuze was!

Zendstation Radio Nederland

Ambohimanga

Antananarivo

Antananarivo
En nu is het wachten op onze vlucht huiswaarts… Vannacht om 1u40 zal die vertrekken…
20-11-2012
Anne
2012 Madagascar, Op reis
Geen reactie
Na weer een nachtje in Mora Mora Morondava (alles gaat hier héééééél traag) vertrekken we met Christian richting Belo-sur-Mer. Dit dorpje langs een lagune ten zuiden van Morondava kan alleen bereikt worden via een 4×4 piste die in het regenseisoen dicht gaat. De enige andere mogelijheid is over zee.
Onderweg moeten we een rivier en verschillende kleinere waterlopen oversteken. Op het einde ook nog eens een zoutvlakte, die enkel bij laagtij kan overgestoken worden. En dan nog is het een spannende onderneming, want de ondergrond is spekglad en als de wagen wegglijd kom je makkelijk vast te zitten. De enige mogelijkheid is dan het naburige dorp op te trommelen, maar die vragen een woekerprijs om de wagen los te trekken. Gelukkig ken onze Christian de route en komen we rond 13u aan in de Ecolodge du Menabe: ons paradijsje aan het strand. Onderweg bezoeken we ook nog de beroemde flessenbaobabs.

Op weg naar Belo-sur-Mer

Op weg naar Belo-sur-Mer

Op weg naar Belo-sur-Mer
We betrekken een ruime bungalow op het strand, met als uitzicht de zee en de traditionele vissersboten die bij het opkomende tij weer de lagune invaren. De eigenaar van de lodge, de Fransman Patrice, zet ons een zalig verse lunch voor : krab op zijn Malagash met achteraf een lekkere fruitsla. Dit alles met de voetjes in het zand en een zalige zeebries (komt van pas na de hitte de vorige dagen).

Ecolodge du Ménabe

Belo-sur-Mer

Ecolodge du Ménabe
Tegen een uur of 3 komen er nog gasten toe in de lodge. Het blijkt een Nederlands koppel te zijn, die alle waarschuwingen in de wind geslagen hebben en toch op eigen houtje per 4×4 door Madagascar willen trekken. Vermits ze nog nooit off road gereden hebben, hebben ze serieus gezweet op de tocht en zijn bovendien op de zoutvlakte vast te komen zitten. Na rijp beraad besluiten ze om niet verder te rijden en gewoon achter ons aan over twee dagen terug richting Morondava te rijden.
‘S avonds weer superverse vis aan het water : dit kunnen we wel gewoon worden…
De volgende morgen doen we samen met de Nederlanders een tochtje per traditionele prauw door de mangroven. Een heel aangenaam tochtje door de ongerepte mangroven. We doen zelfs een wandeling door de modderige ondergrond op het moment dat het water weer zakt.

Mangroven nabij Belo-sur-Mer

Zandbank voor de kust van Belo-sur-Mer

Belo-sur-Mer
In de namiddag maken we dan een wandeling over het strand langs het dorpje en tot aan de werven waar de traditionele boten gemaakt worden. De grote driemasters worden blijkbaar naar authentiek Bretoens model gemaakt, iets wat lang geleden door een Bretoen aan de vissers werd aangeleerd.

Belo-sur-Mer

Belo-sur-Mer

Belo-sur-Mer

Belo-sur-Mer

Belo-sur-Mer

Belo-sur-Mer
Na twee zalige dagen in Belo vatten we de tocht naar Morondava terug aan. De Nederlanders rijden deze keer achter ons aan en komen zo ook zonder vastzitten in Morondava aan. Daar nemen wij onze intrek in hotel Chez Maggie aan de kant van het strand in de hoop hier wat van de extra zeebries te kunnen genieten (ons vorig hotel Trecicogne was vrij duf).

Morondava

Morondava